25 oktober 2023
Emotieregulatie
Beeld je in: Je hebt een hele dag gewerkt en je haalt de kinderen op van school. Dan besef je dat je niks in huis hebt. Nog snel naar de winkel. De kinderen worden al onrustig in de auto. In de winkel is het druk. De kinderen jammeren, lopen rond of zeuren om speelgoed. Je denkt bij jezelf: kunnen die zich nu niet gewoon een halfuurtje gedragen. Herkenbaar?
Kinderen zoeken hun weg in de wereld en hier komen vaak moeilijke gevoelens bij kijken. Ze hebben niet altijd de taal of strategieën om hiermee om te gaan. Dit kan als ouder best lastig zijn. Jammer genoeg worden we niet geboren met de strategieën om met deze moeilijke gevoelens om te gaan. Gelukkig kunnen we dit wel leren en kunnen we als ouders onze kleintjes en grotere kinderen hierbij helpen!
Kinderen leren emotionele vaardigheden zoals ze andere vaardigheden ontwikkelen:
- Op hun tempo: Het ene kind is het andere niet. Sommige kinderen hebben een gevoeliger temperamentje en worden bijvoorbeeld sneller verdrietig dan een ander kind. Daarnaast kunnen veranderingen in de omgeving zoals bijvoorbeeld een verhuis ervoor zorgen dat het tijdelijk moeilijker loopt.
- Door te observeren: Kinderen zijn heel oplettend. Ze leren al veel door gewoon te kijken naar hoe wij met lastige gevoelens omgaan. Misschien heb je zelf al eens gezien dat je kind mamatje en papatje naspeelt. Dit werkt ook zo bij gevoelens.
- In interactie met anderen: Kinderen hebben grote mensen nodig om hen hierbij te helpen en mee te oefenen zodat ze dit later zelf kunnen. Hoe jonger jouw kind hoe meer hulp het zal nodig hebben.
- Veel herhaling: Het is niet zo makkelijk weten wat we voelen en wat we daarmee moeten doen. Dus moeten we zoals bij leren lezen veel oefenen, fouten maken en hebben we geduld nodig van onze omgeving. Bijkomend betekent het dat niet omdat we het één keer kunnen we het altijd kunnen.
Wat kunnen we dan concreet doen?
Met moeilijke gevoelens komt er vaak lastig gedrag. Het is dus het gedrag dat voor moeilijkheden zorgt, niet de emoties. Het kan dus helpen om te proberen zoeken welke emotie of behoefte er onder het gedrag verstopt zit. Waarom zijn ze druk in de winkel? Misschien hebben ze nood aan rust? We gaan op zoeken door te kijken naar uitdrukkingen, handelingen van het kind of ernaar te vragen. Dit heet de emotie benoemen. Soms vinden we niet wat er scheelt. Dat is niet erg en normaal. Het belangrijkste is dat we zoeken en uitproberen. Als we weten wat er is kunnen we de emotie herkennen, herkennen dat dat lastig is, ons verdrietig/bang/boos kan maken om vervolgens te zoeken hoe we er mee kunnen omgaan:
- Terug opladen: knuffel of nabijheid.
- Keuze geven: Als een kind zich zelfstandig moet bezig houden terwijl jij kookt kan je een beperkt aantal opties geven die mogelijk zijn bijvoorbeeld ga je kleuren of met de blokken spelen?
- Humor: een mopje of als een kind bijvoorbeeld niet naar huis wil samen fantaseren wat er zou gebeuren als dit toch mogelijk was.
- Shift to yes: aanbieden wat wel kan of wanneer iets kan.
- Afleiden: bij kleine gevoelens en na benoeming en herkenning kan afleiding door een knuffel of activiteit helpend zijn.
Tot slot mogen we onszelf als ouder zeker niet vergeten!
Afhankelijk van onze eigen opvoeding en wat er allemaal op ons is afgekomen op een dag kunnen we niet altijd onze eigen vaardigheden aanspreken en gepast reageren. Dit voelen kinderen goed aan en heeft invloed op hun emoties en op hun beurt heeft dit weer invloed op ons. Dit is normaal! Belangrijk om te weten dat we altijd kunnen herstellen. Op deze manier leren kinderen opnieuw iets belangrijks: iedereen heeft het af en toe moeilijk en kan niet altijd goed reageren.
Wat kan helpen?
- Probeer stil te staan bij je emoties: wat maakt mij nu boos?
- Zoek een strategie om tot rust te komen: een hobby, een wandeling, podcast..?
- Als het nodig en mogelijk is: laat iemand het even overnemen.